De oorsprong en ontwikkeling van de Maine Coon heeft mede bepaald hoe dit ras er qua genetische diversiteit en gezondheid nu voorstaat. Op deze pagina vindt je meer informatie over:
Klik hier voor meer informatie over hoe Cattery AsKháMo hier rekening mee houdt in zijn fokbeleid.
Over de afkomst van de Maine Coon bestaan verschillende theorieen. Volgens sommige stammen ze af van een kruising met een wasbeer (raccoon) of Bobcats (wilde inheemse Amerikaanse kat). Genetisch gezien is beide echter niet mogelijk.
Gezien de gelijkenis met de Noorse Boskat zou de Maine Coon ook wel eens af kunnen stammen van katten die door de Vikingen zijn meegenomen tijdens hun tochten naar Noord-Amerika.
Of misschien zijn het wel de nakomelingen van zes langharige katten die ooit in het bezit waren van Marie Antoinette. Op de vlucht voor de Franse Revolutie waren deze al vooruitgestuurd.
Ook leken ze veel op de katten die ene Kapitein Coon bij zich had toen deze in de staat Maine aan land kwam.
Wat hun exacte afkomst ook is, de Maine Coon is zeer waarschijnlijk het resultaat van verschillende katten die uit andere werelddelen naar Amerika zijn gebracht en zich daar vermengt hebben.
In 1903 wordt dit ras voor het eerst beschreven door ene Mw. F.R. Pierce uit de staat Maine in het hoofdstuk "Maine Cats" in "The book of the Cat" Hierin wordt ook gerefereerd aan een kattenshow in 1884 waarop een Maine kat best in zijn soort won.
Uit analyse van deze beschrijving blijkt dat "de Maine kat zich oorspronkelijk goed ontwikkelde aan het begin van de 19e eeuw; dat was de periode van de vroege en definitieve groei van het ras. Later in die eeuw, brachten de toevoegingen in het ras meer verschillende kleuren en meer grootte. De bron van dit uitgesproken ras, waren overduidelijk de scheepskatten uit de zeevaarttijd en de huisdieren van zeemansfamilies. Ze plantten zich op natuurlijke wijze voort in de kustplaatsen waar ze als huisdier waren opgenomen in kapiteinsfamilies. De genetische basis van de Maine kat werd hiermee vastgelegd en veranderde weinig na het verdwijnen van de scheepsindustrie."
"Tegen het einde van de 19e eeuw, waren er vele Maine katten die erkenning kregen in kattenshows. In die periode domineerde de zwart tabby kleur het ras waarschijnlijk."
In de jaren daarna raakte het ras wat in de vergetelheid, maar sinds de jaren 60 van de 20e eeuws is het ras over de hele wereld officieel erkend als raskat. Er ontstond een rasstandaard en steeds meer mensen ging zich bezighouden met het fokken van dit ras.
Aan het einde van de jaren 60 en begin jaren 70 van de 20e eeuw werd de basis gelegd voor de stamkatten waar de meeste Maine Coon's vandaag de dag van afstammen (zie hierover meer onder het kopje Foundationkatten).
Wanneer de toevoeging "Coon" is ontstaan, is onbekend. Naarmate de Maine Cats populairder werden, werd hun oorsprong onduidelijker en soms vergeten.
"Hij heet nu de Maine Coon kat en heeft internationaal aanzien verworven als showkat en huisdier van de beste soort. De Maine Coon kat van vandaag heeft een duidelijk en herkenbaar erfgoed en heeft voorouders en stambomen die terug te herleiden zijn naar katten uit de Staat Maine."
Bron: http://www.pawpeds.com/MCO/mchs/articles/maineorig_nl.html en
In de jaren 1960's en 1970's werd de basis gelegd voor de Maine Coon zoals we die nu kennen. Deze basis bestaat uit meer dan 100 katten. Van deze 100 komen er 25 in vrijwel alle stambomen voor. De ouders van deze 100 katten zijn niet bekend, maar er wordt aangenomen dat deze niet met elkaar verwant zijn geweest en daardoor hun unieke bijdrage aan de genenpool van de Maine Coon hebben geleverd. Deze worden daarom ook wel de Foundationkatten genoemd.
Slechts vijf Foundationkatten zijn verantwoordelijk voor de relatief unieke genetische varieteit van het Maine Coon ras. Met andere woorden, deze vijf voorouders komen in meer of in meerdere mate voor in de stamboom van alle huidige Maine Coons. Zij worden ook wel de Top 5 genoemd:
Tussen haakjes staat het percentage dat aangeeft in welke mate de huidige Maine Coon afstamt van een van deze Foundationkat. Klik op hun naam voor hun registratie in de Pawpeds-database.
Van links naar rechts: Andy, Bridget, Dauphin en Tatiana.
Van Smokie Joe is geen foto beschikbaar.
Naast deze Top 5 hanteert Pawpeds ook een Top 3 en Top 2. Op basis van de huidige gegevens in de Pawpeds-database is berekend voor hoeveel procent een huidige kat afstamt van deze Top 2, 3 en 5.
De gemiddelde percentages staan in onderstaande tabel. Hoe lager een huidige kat hierop scoort, hoe beter. Dit betekent namelijk dat hij/zij minder van deze vijf afstamt en dus meer van de overige Foundationkatten. Hierdoor draagt hij een grotere genetische diversiteit in zich.
Foundation | Percentage |
Top 2 | 35-40% |
Top 3 | 50-55% |
Top 5 | 65-70% |
Bronnen: http://www.pawpeds.com/MCO/mchs/introduction_nl.html en http://www.pawpeds.com/db/?a=ai&g=3&p=mco&date=iso&o=ajgrep
In 1978 werd Heidi Ho Sonkey Bill geboren. Hij was een nakomeling van zowel Andy Katt en Bridget Katt of Heidi Ho. Uit zijn nestjes met Tanstaafl Polly Adeline kwamen in de periode van 1979 tot 1982 kittens die bijna exact op elkaar leken. Volgens een keurmeester leken het wel "klonen".
Naast dat ze zoveel op elkaar leken, bleken deze nakomelingen ook over goede show-kwaliteiten te beschikken en waren ze groter dan de toenmalige Maine Coons. Hierdoor waren ze erg gewild om mee te fokken.
Deze nakomelingen zelf hadden niet zo'n hoog inteeltpercentage (9.4%), maar doordat er zoveel mee is gefokt, zijn zij net als de Foundationkatten verweven in bijna alle stambomen van de huidige Maine Coon katten. Gemiddeld 35%, maar soms zelfs tot 50%.
Dit betekent dat de genetische diversiteit van een kat met een hoog Klonen-gehalte voor een groot deel beïnvloed is door deze voorouders. Ook hier geld dat een lager percentage beter is voor een gezonde genetische diversiteit.
In totaal worden 17 van deze nakomelingen tot de "Klonen" gerekend. Hieronder een aantal van hun foto's. Klik op hun foto voor hun stamboom in Pawpeds.
De stambomen van onze poezen staan in de database van Pawpeds; evenals die van de gebruikte dekkaters en geboren kittens. De stambomen van toekomstige poezen, dekkaters en nestjes zullen we ook laten invoeren.
Daar waar nodig gaan we op zoek naar aanvullende stambomen om eventuele "missing links" in te vullen. Zo bleken in de stambomen van Asmara en Avana de ouders van Cameron van de Tari Coons en Violet van Herentrey te ontbreken. Door contact te zoeken met de eigenaren/fokkers van hun nakomelingen is het gelukt om de officiele stamboompapieren te achterhalen waarmee aangetoond kan worden wie de onbekende ouders waren en dit te laten corrigeren in de database van Pawpeds.
Met betrekking tot de stamboom van Bandit zijn we nog bezig om de ouders van Heathcliff en Caprise van Magic Love te tracen.
Hierdoor proberen we een zo volledig mogelijk beeld te krijgen van hun inteeltpercentages, relatie tot de Foundationkatten en Klonen. Zo kunnen we verantwoord beoogde dekkaters matchen met onze poezen. Bij onze nestjes streven we naar percentages die onder de gemiddelden van Pawpeds liggen (kolom Referentie Pawpeds). Het totale inteeltpercentage proberen we onder de 12% te houden.
In onderstaande tabellen staan de huidige resultaten van de Pawpeds-analyses van onze poezen, gebruikte dekkaters en geboren kittens.
Parameter |
A, B, H & I-nest |
C, E, G, K & L-nest |
D, F & J-nest |
O-nest
|
M-nest
|
N-nest
|
Referentie Pawpeds |
% niet opgespoord tot Foundation | 0,44% | 1,79% | 0,16% | 0,1% | 2,21% | 1,29% | |
Inteelt laatste 5 generaties | 0% | 0% | 0% | 0,39% | 0% | 0% | < 2,5% |
Totale inteelt | 10,4% | 11,3% | 15,5% | 6,44% | 8,54% | 8,66% | < 10-12% |
Foundation - Top 2 | 33,8% | 36,2% | 38,8% | 25,1% | 32,9% | 32,1% | < 40% |
Foundation - Top 3 | 50,7% | 52,2% | 54,6% | 36,4% | 48,1% | 47,8% | < 55% |
Foundation - Top 5 | 67,5% | 68,1% | 69,9% | 47,9% | 63,9% | 63,9% | < 70% |
Klonen | 23,9% | 28,8% | 35,1% | 19,8% | 22,2% | 21,2% | < 35% |
Parameter |
Lesse |
Obra | Putna |
Referentie Pawpeds |
|||
% niet opgespoord tot Foundation | 1,16% | ||||||
Inteelt laatste 5 generaties | 0,0% | < 2,5% | |||||
Totale inteelt | 11,5% | < 10-12% | |||||
Foundation - Top 2 | 36,2% | < 40% | |||||
Foundation - Top 3 | 52,3% | < 55% | |||||
Foundation - Top 5 | 68,5% | < 70% | |||||
Klonen | 27,5% | < 35% |
Parameter |
A-nest
|
B & D-nest |
C-nest
|
E, F, G, H, L & N-nest |
I, J, K & O-nest |
Referentie Pawpeds |
% niet opgespoord tot Foundation | 3,15% | 0,04% | 0,10% | 0,56% | 0,78% | |
Inteelt laatste 5 generaties | 0% | 6,25%* | 0% | 0% | 7,03% | < 2,5% |
Totale inteelt | 13,3% | 16,5% | 10,8% | 11,1% | 14,6% | < 10-12% |
Foundation - Top 2 | 38,7% | 31,7% | 35,5% | 36,1% | 28,0% | < 40% |
Foundation - Top 3 | 53,7% | 49,6% | 52,3% | 52,4% | 43,4% | < 55% |
Foundation - Top 5 | 68,7% | 67,0% | 69,6% | 69,0% | 59,7% | < 70% |
Klonen | 33,7% | 19,7% | 25,6% | 26,2% | 13,5% | < 35% |
Parameter |
M-nest
|
P-nest |
Referentie Pawpeds |
|||||
% niet opgespoord tot Foundation | 0,06% | 0,22% | ||||||
Inteelt laatste 5 generaties | 0,0% | 0,78% | < 2,5% | |||||
Totale inteelt | 0,0% | 4,88% | < 10-12% | |||||
Foundation - Top 2 | 5,5% | 18,9% | < 40% | |||||
Foundation - Top 3 | 8,08% | 29,5% | < 55% | |||||
Foundation - Top 5 | 10,6% | 40,2% | < 70% | |||||
Klonen | 4,11% | 11,9% | < 35% |
Parameter |
(2013) |
(2014) |
(2015) |
(2016) |
(2016) |
(2016) |
Referentie Pawpeds |
% niet opgespoord tot Foundation | 1,79% | 0,24% | 0,95% | 0,10% | 1,18% | 0.36% | |
Inteelt laatste 5 generaties | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | < 2,5% |
Totale inteelt | 11,3% | 10,8% | 11,4% | 11,1% | 11,5% | 12,4% | < 10-12% |
Foundation - Top 2 | 36,2% | 32,7% | 35,8% | 35,3% | 36,1% | 37,5& | < 40% |
Foundation - Top 3 | 52,2% | 50,1% | 52,2% | 52,1% | 52,3% | 53,5% | < 55% |
Foundation - Top 5 | 68,1% | 67,2% | 68,8% | 68,5% | 68,5% | 69,5% | < 70% |
Klonen | 28,8% | 21,8% | 27,2% | 27,4% | 27,5% | 30,6% | < 35% |
Parameter |
(2017) |
(2018) |
(2018) |
(2018) |
(2019) |
(2020) |
Referentie Pawpeds |
% niet opgespoord tot Foundation | 0,5% | 0,61% | 0,47% | 1,29% | 1,18% | 1.13% | |
Inteelt laatste 5 generaties | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | 0% | < 2,5% |
Totale inteelt | 11% | 8,52% | 9% | 8,66% | 11,5% | 1,57% | < 10-12% |
Foundation - Top 2 | 34,9% | 30,9% | 33,4% | 32,1% | 36,1% | 19,2% | < 40% |
Foundation - Top 3 | 51,5% | 47% | 49% | 47,8% | 52,3% | 28,1% | < 55% |
Foundation - Top 5 | 68,2% | 63,6% | 64,8% | 63,9% | 68,5% | 37,3% | < 70% |
Klonen | 25% | 18,7% | 24,3% | 21,2% | 27,5% | 13,2% | < 35% |
Parameter |
(2021) |
(2021) |
(2021) |
Referentie Pawpeds |
|||
% niet opgespoord tot Foundation | 0,89% | 0,42% | 0.69% | ||||
Inteelt laatste 5 generaties | 0% | 0% | 0% | < 2,5% | |||
Totale inteelt | 10,1% | 6,,51% | 6,08% | < 10-12% | |||
Foundation - Top 2 | 34,1% | 26,5% | 27,5% | < 40% | |||
Foundation - Top 3 | 50,1% | 39,9% | 40,9% | < 55% | |||
Foundation - Top 5 | 66,4% | 53,8% | 54,4% | < 70% | |||
Klonen | 23,7% | 16,7% | 19,7% | < 35% |
* Diesel's grootouders via zijn vader Blacky zijn tevens zijn over-overgrootouders via zijn moeder Jelo. Hierdoor scoort hij ook hoger op totale inteelt. Zijn ouders afzonderlijk hebben namelijk een veel lager totaal inteeltpercentage (respectievelijk 10,3% en 10,9%).
Populatie-deskundigen adviseren dat per generatie het inteeltpercentage met 0,25-0,5% moet afnemen om een populatie gezond te houden. Een individuele paring mag qua inteelt niet hoger uitkomen dan 6,25% (dit percentage ontstaat als bijvoorbeeld neef en nicht met elkaar zouden paren).
Het percentage inteelt van Diesel bij 5 generaties ligt op 6,25% en bij 6 generaties op 6,59%. Tussen 5e en 6e generatie is dit dus de gewenste afname van minimaal 0,25% (0,34%). Vanaf 3 generaties is het percentage inteelt 0%.
Bron: http://www.pawpeds.com/userguide2/, scroll omlaag naar de items Breeding Coefficient en How high inbreeding coefficient
should we allow? en
http://pawpeds.com/pawacademy/genetics/genetics/conclusion_nl.html